Rond 1965 waren de kosten voor het koninklijk huis zodanig gestegen, dat de uitkering die koningin Juliana van het Rijk ontving niet meer volstond. Zij teerde zelfs in op haar eigen vermogen. De regering wilde aan deze onwenselijke situatie een einde maken en diende een wetsontwerp in dat de toelage voor de koningin fors verhoogde. Dat viel verkeerd. Niet alleen verslechterde de economie in die tijd waardoor de Nederlandse burgers de broekriem moesten aanhalen, ook verschenen er berichten in de media dat de koningin misschien wel 'de rijkste vrouw ter wereld' was. Bovendien vroeg de volksvertegenwoordiging meer inzage in de uitgaven voor het koningschap, en vonden linkse politici dat het tijd werd dat ook de koningin 'gewoon' belasting ging betalen. In dit boek wordt beschreven hoe het kabinet-De Jong (1967-1971) een nieuwe regeling ontwierp die zowel de koninklijke financiën op orde bracht als tegemoetkwam aan de wensen van de volksvertegenwoordiging. Deze regeling geldt in grote lijnen nog steeds.
Carla van Baalen, Paul Bovend'Eert en Alexander van Kessel zijn verbonden aan de Radboud Universiteit te Nijmegen; Mark van Twist en Nancy Chin-A-Fat zijn verbonden aan de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur in Den Haag.
Het onderzoek voor het boek is verricht in opdracht van de minister-president, de minister van Algemene Zaken.
maandag: 13.00 - 18.00 uur
dinsdag-zaterdag: 10.00 - 18.00 uur
zondag: 13.00 - 17.00 uur